Op bezoldigingen betaald of toegekend aan bepaalde jonge werknemers (schoolverlaters) is in oktober, november en december geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd voor zover:
- De tewerkstelling aanvangt tijdens de maanden oktober, november of december;
- Het bedrag van de bezoldigingen 3.450 euro bruto belastbaar (dus na afhouding van de persoonlijke RSZ-bijdragen) per maand niet overschrijdt;
- Deze jonge werknemers voldoen aan de voorwaarden voor de toekenning van een inschakelingsuitkering (werkloosheid) met uitzondering van de beroepsinschakelingstijd.
Deze derde voorwaarde betekent dat betrokkene moet voldoen aan dezelfde voorwaarden als deze om inschakelingsuitkeringen te genieten, maar met uitzondering van de voorwaarde van het hebben voltooid van de wachtstage.
Deze voorwaarden zijn:
- Niet meer onderworpen zijn aan de leerplicht;
- De studie met volledig leerplan of leertijd hebben stopgezet;
- Alle activiteiten hebben stopgezet die door een studie, leertijd of opleidingsprogramma en door om het even welk programma van een studie met volledig leerplan opgelegd zijn.
Vanaf de maand januari volgend op deze tijdelijke vrijstellingsperiode moet wel bedrijfsvoorheffing worden ingehouden.