De loongrenzen in de Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978 worden elk jaar geïndexeerd op 1 januari.
Op 1 januari 2022 zijn volgende bedragen van toepassing:
- 36.785 euro i.p.v. 36.201 euro
- 73.571 euro i.p.v. 72.402 euro
We geven hierna een overzicht van de situaties waarbij deze bedragen van toepassing zijn.
Niet-concurrentiebeding in arbeidsovereenkomsten
De geldigheid van het niet-concurrentiebeding wordt beoordeeld op basis van het verschuldigde loon op het ogenblik dat het beding van kracht wordt, d.w.z. op het ogenblik dat de arbeidsrelatie wordt beëindigd. De nieuwe bedragen zijn dus van toepassing op de contracten die lopen op 1 januari 2022.
Arbeiders en bedienden
Het niet-concurrentiebeding geldt niet in arbeidsovereenkomsten waarin het jaarloon niet meer dan 36.785 euro bedraagt. Als het jaarloon tussen 36.785 euro en 73.571 euro ligt, is het niet-concurrentiebeding alleen geldig voor functies die in een sectorale cao worden vermeld. Als het jaarloon meer dan 73.571 euro bedraagt, is het niet-concurrentiebeding van toepassing, behalve voor functies die expliciet door een cao worden uitgesloten.
Handelsvertegenwoordigers
Het niet-concurrentiebeding geldt niet in arbeidsovereenkomsten waarin het jaarloon niet meer dan 36.785 euro bedraagt. Als het jaarloon meer dan 36.785 euro bedraagt, is het beding van toepassing als bepaalde voorwaarden worden gerespecteerd.
Arbitragebeding in arbeidsovereenkomsten voor bedienden
In principe mogen noch de werkgever noch de werknemer er zich op voorhand toe verbinden om een geschil dat voortvloeit uit de arbeidsovereenkomst voor te leggen aan een scheidsrechter.
Het arbitragebeding is echter wel van toepassing op de bedienden die belast zijn met het dagelijks bestuur van de onderneming of die bestuursverantwoordelijkheid hebben in een afdeling of een exploitatie-eenheid die vergelijkbaar zijn met die welke betrekking hebben op de onderneming in haar geheel. Voorwaarde is wel dat hun jaarloon meer dan 73.571 euro bedraagt.
De nieuwe bedragen zijn van toepassing voor contracten die lopen op 1 januari 2022.
Scholingsbeding van werknemers onderworpen aan de Arbeids-overeenkomstenwet van 3 juli 1978
Het scholingsbeding wordt als onbestaande beschouwd als de jaarlijkse bezoldiging niet meer dan 36.785 euro bedraagt (m.u.v. scholingsbedingen die betrekking hebben op een opleiding die leidt tot de uitoefening van een knelpuntberoep, want daar is deze loongrens niet meer van toepassing). Als de jaarlijkse bezoldiging meer dan 36.785 euro bedraagt, is het beding van toepassing voor zover bepaalde voorwaarden worden vervuld.
Bron :
- Aanpassing op 1 januari 2022 van de loonbedragen bepaald bij de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten aan het algemene indexcijfer van de conventionele lonen voor bedienden, BS 10 december 2021